Zie foto's (2)

CHASSE AU GRAND GIBIER

Jagen in Chaumont
  • Aan grof wild ontbreekt het niet in de Haute-Marne. Er wordt op diverse manieren op gejaagd: korte jacht, drijfjacht of jacht voor de voet. Aan lange jacht wordt vrijwel niet gedaan in dit departement.
    Er wordt ook wel met pijl en boog gejaagd op grof wild. Het jachtseizoen wordt geopend met de jacht voor de voet. Deze techniek bestaat uit een individuele benadering van het wild in bos of veld.
    Deze jachtmethode vereist een grondige kennis van het jachtterrein en het beoogde wild. In...
    Aan grof wild ontbreekt het niet in de Haute-Marne. Er wordt op diverse manieren op gejaagd: korte jacht, drijfjacht of jacht voor de voet. Aan lange jacht wordt vrijwel niet gedaan in dit departement.
    Er wordt ook wel met pijl en boog gejaagd op grof wild. Het jachtseizoen wordt geopend met de jacht voor de voet. Deze techniek bestaat uit een individuele benadering van het wild in bos of veld.
    Deze jachtmethode vereist een grondige kennis van het jachtterrein en het beoogde wild. In oktober beginnen de drijfjachten.
    Hier wordt gebruik gemaakt van drijvers met honden, die de dieren in de richting van de opwachtende jagers sturen. Het jachtseizoen sluit eind februari.

    • De ree

    Zeer goed vertegenwoordigd in het departement. Er worden jaarlijks zo’n 13.000 dieren gemerkt.
    De ree is in alle bossen van de Haute-Marne te vinden, zelfs op de vlaktes en in de kleinere bossen. De reebok leeft in de herfst samen met de reegeiten.
    In het voorjaar trekt de reebok er op uit om zijn territorium te verdedigen en trekt de reegeit zich terug om te werpen (meestal 2 reekalfjes).

    • Het hert

    Deze hooggeëerde bosbewoner is in de Haute-Marne te vinden in tweederde van het totale bosoppervlak.
    Herten leven in roedels, soms van belangrijke afmetingen, met hinden en kalfjes.
    De jonge mannetjes leven van twee tot zes jaar in aparte groepen. Vervolgens zonderen ze zich meer en meer af en zoeken ze de roedels hinden alleen nog maar op tijdens de bronsttijd.
    In september en oktober luisteren ze de bossen op met hun ’liefdeskreten’, het buren.

    • Het everzwijn

    Dit gedrongen, robuust aandoende dier, dat beduidend minder elegant is dan bijvoorbeeld het hert, is zeer geliefd bij de jagers.
    De jacht op dit slimme en strijdlustige dier is zonder meer boeiend. Het everzwijn woelt de grond om met zijn sterke snuit om voedsel te zoeken.
    Soms wordt hij op heterdaad betrapt in aan het bos grenzende akkers. In dat geval mogen ze voor de voet worden gejaagd.
    De drijfjacht is en blijft echter de meest geliefde manier van jagen en wordt in de winter beoefend.