
RIVIERES DE HAUTE-MARNE
Vissen
in Chaumont
-
- Snoek
De snoeken in de Maas zitten stroomafwaarts van Bourmont. De menselijke afmetingen van de rivier op deze plek, maken het makkelijk om de waterplanten en de oude boomstronken aan een onderzoek te onderwerpen. In de Marne zoeken de snoeken de diepte op. Ze verkiezen de waterplassen bij dammen en diepe gaten. De snoek uit de Marne geniet een goede en smakelijke reputatie in het departement.
- Statisch vissen
Wat in Frankrijk onder de term ’frituur’ valt, zijn visjes als voorn, grondel...- Snoek
De snoeken in de Maas zitten stroomafwaarts van Bourmont. De menselijke afmetingen van de rivier op deze plek, maken het makkelijk om de waterplanten en de oude boomstronken aan een onderzoek te onderwerpen. In de Marne zoeken de snoeken de diepte op. Ze verkiezen de waterplassen bij dammen en diepe gaten. De snoek uit de Marne geniet een goede en smakelijke reputatie in het departement.
- Statisch vissen
Wat in Frankrijk onder de term ’frituur’ valt, zijn visjes als voorn, grondel en jonge baars. Even leegknijpen, door het meel halen en goudbruin bakken in de olie. Deze vissen leven in kanalen,rivieren uit de 2e categorie en aangelegde meren.
De wateren in het stroomgebied van de Maas De Maas en de Mouzon, die hier dezelfde rust uitstralen als hun uitgestrekte, groene dalen, zijn rijk aan kleine karperachtigen.
De Saulon: in dit visrijke riviertje in het stroomgebied van de Saône is de grondel rijkelijk vertegenwoordigd. De betere stekken zijn de dammen van de aangelegde meren tussen Bussières en Coublanc. Bij de Fontaine Couverte van Coublanc komt een ondergrondse rivier aan de oppervlakte: veel vis, dus veel visplezier! Een uitstekende stek.
Het Marne-Saônekanaal doorkruist het departement van noord naar zuid en loopt parallel aan de Marne. Vanaf de bruggen en sluizen is het kanaal makkelijk te bereiken. Bruggen zijn de plek bij uitstek voor een lekker maaltje ’frituur’.
- Vlagzalm
In de Marne is vlagzalm te vinden tussen Chaumont en Rachecourt-sur-Marne (zie kaart). De populatie begint zich uit te breiden naar nieuwe sectoren stroomafwaarts. De rivier heeft een gemiddelde breedte van 20 à 30 m en een diepte die varieert van 50 cm tot 1 m in de gedeelten waar de natuurlijke loop behouden is. Hier is de vlagzalm aanwezig in de stroompjes en poelen waar waterranonkels groeien. In het grootste gedeelte van de rivier is het mogelijk om in optimale omstandigheden te vliegvissen. Er zijn ook mooie populaties vlagzalm te vinden in de Aube, in de buurt van Laferté-sur-Aube. De afmetingen van de rivier zijn vergelijkbaar met die van de Rognon. Vliegvissen is hier eenvoudig mogelijk met waadpak of vanuit een boot.
- Forel
De Haute-Marne heeft een indrukwekkend stelsel van forelrijke beken, die op de kalkrijke hoogten van Le Barrois en de hoogvlakte van Langres ontspringen. De forellen beschikken over talrijke stroompjes voor hun voortplanting en vooral de beekforel gedijt hier goed. Er zijn twee soorten water te onderscheiden naar de vismogelijkheden die ze bieden:
Rivieren met forel
Het gaat hier om dezelfde rivieren als boven genoemd, maar dan de benedenloop. De Aujon, de Marne en de Aube worden hier
verrijkt met een belangrijke ondergrondse aanvoer van zeer helder en zuurstofrijk water. De rivieren hebben een breedte van 10 tot 30 meter. Zowel forel als vlagzalm zijn hier te vissen (behalve in de Aujon). In het voorjaar geven de wormen en de Drachkovitchtakel de beste resultaten. Rond 15 mei begint het vissen met droge vlieg. In het departement wordt in voorjaar en zomer eigenlijk nauwelijks met natte vlieg gevist. Deze techniek blijkt echter fantastisch op de Marne, stroomafwaarts van de plek waar de Rognon zich bij de Marne voegt.
Kleine forelbeekjes
Het gaat hier om de Aube (in stroomopwaartse richting vanaf Aubepierre), de Aujon (in stroomopwaartse richting vanaf Arc-en-Barrois), de Blaise (in stroomopwaartse richting vanaf Doulevant), de Rognon (in stroomopwaartse richting vanaf Andelot) en de kleine zijrivieren van de Marne. Deze beken hebben een breedte van 3 tot 8 meter. De dalen zijn bebost of voorzien van grasland. De beste tijd om op ontdekking te gaan, is in het voorjaar. Hier vist men meestal met wormen of met de voorvader van de Drachkovitchtakel: dood aas met in plaats van de loden bol een kapje. ’s Zomers is de Drachko-methode bij voorkeur ’s ochtends vroeg, zeer efficiënt. Vliegvissen is hier op sommige plaatsen van de kant goed te doen. De beste visresultaten worden misschien nog wel geboekt tijdens de twee laatste weken van het visseizoen.