Interview Bernard Aubry
Voorzitter van het Comité Régional de Randonnée Pédestre de Champagne-Ardenne
• Is de GR© 145 van recente datum ?
“Het deel van de GR© 145 dat door Champagne-Ardenne loopt, de zogenaamde Via Francigena, is in 2012 officieel als zodanig vastgesteld, en het jaar ervóór in Nord-Pas-de-Calais. In Picardië en in Franche-Comté zal dat waarschijnlijk in 2015 gebeuren”.
• Hoe loopt het tracé van de GR© 145 ?
“Hij volgt voor ongeveer 90% het parcours van de aartsbisschop van Canterbury in 990. De rest is onbegaanbaar door wegen en snelwegen die er zijn aangelegd, door woningen, en door voortdurende ruilverkaveling en stadsontwikkeling. Het tracé loopt over 397 km door Champagne-Ardenne; de totale route in Frankrijk is 950 km lang. Het stuk in deze regio loop je in 15 tot 20 dagen.”
• Kan iedereen de route lopen ?
“Er zijn geen bijzondere moeilijkheden. Het terrein is vlak, behalve in de Jura natuurlijk. Wij hebben ook zoveel mogelijk geprobeerd om bestaande routes te gebruiken. Zo volgt de GR© 145 de GR© 14 van Parijs naar Bouillon in België, en de GR© 654, die van Namen in België naar Vézelay loopt. Dat laatste stuk is onderdeel van de Sint Jacobsroutes.”
• De Via Francigena valt dus deels samen met de Sint Jacobsroutes. Denkt u dat hij ooit net zo beroemd zal worden ?
“Ik ben ervan overtuigd dat de Via Francigena net zo bekend zal worden. Er is voor al deze mythische wegen, of dat nu in religieus of in cultureel opzicht is, steeds meer belangstelling. Overigens zijn het pelgrims die ons gevraagd hebben om de Via Francigena aan te leggen. In Champagne-Ardenne gaan we uit van 200 wandelaars per jaar, maar ik denk dat dat aantal zal stijgen tot 300 of 400.”
• Zijn er voldoende overnachtingsmogelijkheden onderweg ?
“Volgens onze planning en voorwaarden moet het mogelijk zijn om elke 20 km te overnachten. Ook staat daarin de garantie dat minder dan 20% van de route uit asfalt bestaat. En langs de route zijn heel veel bezienswaardigheden: de kathedraal van Reims, de kerk Notre-Dame-en-Vaux in Châlons, de wijngaarden van de Champagne, de meren in de Aube, het bos in de Haute Marne en Langres bijvoorbeeld.”